Jaco van den Brink

Ondernemers die toetreden tot een bestaande vof moeten uiterst alert zijn op mogelijke schulden van de vof. 

Het jaar 2015 kenmerkte zich door erg belangrijke ontwikkelingen voor de vof’s en de cv’s. De hogere jurisprudentie over personenvennootschappen wees op meerdere punten duidelijk (een nieuwe) richting. In deze bijdrage twee voorbeelden. De twee conclusies: (i) Ondernemers die toetreden tot een bestaande vof moeten uiterst alert zijn op mogelijke schulden van de vof.  Zorgen voor een goed vof-contract alleen is onvoldoende; (ii) Commanditaire vennoten mogen niet beheren, maar de sanctie daarop moet proportioneel blijven.

Vergaande aansprakelijkheid vof-vennoot

Op 13 maart 2015 had de Hoge Raad geoordeeld dat vennoten van een vof (en beherend vennoten van een cv) ook aansprakelijk zijn voor die schulden die dateren van vóór hun toetreden.1 Op 22 september 2015 wees het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een arrest dat de toepassing van deze regel, en het belang ervan laat zien.2

De betreffende schuldeiser sprak een voormalig vof-vennote aan vanwege een tekortkoming van de vof uit 2007. De aangesproken vennote had deelgenomen aan de vof in 2011 en 2012.

Volgens het Hof is de (nieuwe) scherpe lijn die de Hoge Raad heeft getrokken ook nu van toepassing: de vennote is hoofdelijk aansprakelijk, ook al was zij pas een aantal jaar na het ontstaan van de schuld toegetreden tot de vennootschap en maar een korte periode vennote geweest. Van een uitzondering op de regel kan volgens het Hof niet snel sprake zijn. Overigens oordeelde het Hof enkele maanden eerder in dezelfde zin.3

De strakke lijn die wordt getrokken biedt duidelijkheid, en dat is gewenst voor schuldeisers die met ‘de vof’ als één geheel zaken doen. Evenwel  rijst de vraag of dit recht in dergelijke concrete gevallen ook rechtvaardig is. De vennote is veroordeeld wegens een tekortkoming waaraan zij persoonlijk part noch deel had. Ongetwijfeld kon zij krachtens het vof-recht regres nemen op andere voormalige vennoten, maar door een faillissement was die mogelijkheid een wassen neus.

Hoe dan ook, nu de jurisprudentie deze lijn is ingeslagen zal eenieder die vennoot wordt van een bestaande vof de historie grondig moeten onderzoeken. Desnoods zal een nieuwe vof moeten worden opgericht, op zo’n wijze dat ook voor derden een duidelijke ‘knip’ tot stand komt.

Afgewogen aansprakelijkheid stille cv-vennoot

Ten aanzien van commanditaire vennoten blijkt de Hoge Raad juist gekozen te hebben voor een meer afgewogen verantwoordelijkheidsverdeling, met oog voor de omstandigheden van het geval. Ik doel op het arrest d.d. 29 mei 20154 waarin de Hoge Raad met het oog op de rechtsvorming een eerder arrest van het Hof ’s Hertogenbosch vernietigde (dus zonder dat één van de procespartijen hierom had gevraagd).

Commanditaire, oftewel ‘stille’ vennoten van een cv mogen niet de indruk wekken dat zij bevoegd zijn om namens de cv te handelen; zij zijn namelijk niet aansprakelijk voor schulden van de cv. Die bevoegdheid is voorbehouden aan de beherende vennoten die wel aansprakelijk zijn. Art. 21 van het Wetboek van Koophandel bepaalt dat een stille vennoot die ‘de stilte toch doorbreekt’ alsnog hoofdelijk aansprakelijk wordt voor alle schulden van de cv.

Het uitgangspunt was dat de stille vennoot die zich eraan schuldig maakt toch in de cv werkzaam te zijn of te handelen, zonder pardon hoofdelijk aansprakelijk wordt voor alle oude en nieuwe schulden van de cv.

Hierop brengt de Hoge Raad echter een belangrijke nuancering aan: ‘Deze sanctie is uitsluitend gerechtvaardigd indien en voor zover zij in overeenstemming is met de strekking ervan.’ De aansprakelijkheid van de stille vennoot kan dus worden gematigd met het oog op de mate waarin derden op het verkeerde been zijn gezet omtrent de hoedanigheid van de stille vennoot.

1 ECLI:NL:HR:2015:588
2 ECLI:NL:GHARL:2015:7037
3 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 26 mei 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:4141
4 ECLI:NL:HR:2015:1413

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises