Jaco van den Brink

Onlangs verscheen een opmerkelijke uitspraak van de Voorzieningenrechter in Amsterdam (d.d. 9 mei 2019), in een kort geding over een aanbesteding die was uitgeschreven door de Gemeente Amsterdam.

Best Value-methodiek

Het ging om een Europese aanbesteding voor scannen en printen. Daarbij was gekozen voor de Best Value-methodiek (ook wel afgekort tot BVP, wat staat voor Best Value Procurement). Deze inkoopmethode kenmerkt zich onder meer door een aanzienlijke vrijheid aan inschrijvers om zelf de manieren te bedenken om te komen tot het door de opdrachtgever beoogde resultaat, en om daarbij ook kansen en risico’s te identificeren. Daarnaast wordt van inschrijvers gevraagd zoveel mogelijk gekwantificeerde informatie aan te reiken over hun mogelijkheden en prestaties.

Dit één en ander maakt de beoordeling van inschrijvingen noodzakelijkerwijs minder objectief controleerbaar zodat er sneller discussie mogelijk is over toegekende scores.

Subjectiviteit

In de jurisprudentie over gevallen waarin zo’n beoordeling tegenover de Voorzieningenrechter werd aangevochten, wordt ook steeds onderkend dat ‘enige mate van subjectiviteit’ inherent is aan deze methodiek. In de meeste gevallen leidt het tot de uitspraak dat de beoordeling geen blijk geeft van onjuistheden en dat de rechter verder de beoordeling door een daartoe geëquipeerde commissie niet kan overdoen – zodat de bestreden gunning in stand blijft.

Echter, in de hierboven genoemde uitspraak oordeelde deze Voorzieningenrechter toch dat de inhoudelijke beoordeling (in opdracht van de Gemeente Amsterdam) onvoldoende gemotiveerd was. De rechter overweegt dat bij een dergelijke inkoopmethode zware eisen worden gesteld aan een zo inzichtelijk mogelijke motivering van de gunningsbeslissing. De enkele opmerking dat beweringen in de inschrijving niet SMART waren onderbouwd, was bijvoorbeeld voor de Voorzieningenrechter geen motivering, maar eerder een beoordeling die op zichzelf gemotiveerd moet worden.

SMART

Dat is voor de praktijk een belangrijke aanwijzing: met name bij BVP-aanbestedingen wordt veelvuldig beoordeeld aan de hand van de maatstaf of de inschrijver zijn beweringen SMART gemaakt heeft. Belangrijk is dan dus dat de motivering van de beoordeling specifiek vermeldt waarom de ene inschrijver ‘smarter’ is dan de andere.

De gemeente Amsterdam diende hier dan ook te zorgen voor een nieuwe beoordeling. De uitspraak laat zien dat er zeker gevallen blijven voorkomen waarin een kwalitatieve beoordeling van inschrijvingen met succes voor de Voorzieningenrechter wordt aangevochten.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises