Op 29 mei 2019 deed de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een belangrijke uitspraak. Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) mocht niet langer als basis dienen voor onder andere vergunningen. Zie mijn eerdere blog hierover. Het gevolg van deze uitspraak was dat veel vergunningen sneuvelden, aangezien de motivering – PAS – niet langer voldoende was.
Op 24 juli 2019 deed de Afdeling een uitspraak in een zaak waarin een vergunning voor een project in Natura 2000-gebied niet sneuvelde. Niet omdat PAS nu wel als basis kon dienen, maar omdat de gemeente de vergunning had verleend met een andere onderbouwing dan PAS.
Een korte schets van de feiten:
In november 2018 oordeelde het Hof van Justitie van de EU dat PAS alleen onder hele strenge voorwaarden een basis kon zijn voor vergunningen. De Afdeling toetste vervolgens of PAS aan die voorwaarden voldeed – wat dus niet het geval was, zo bleek in mei 2019.
Omdat de gang van zaken rondom PAS in 2018 nogal onduidelijk was, nam de gemeente Veldhoven in oktober 2018 een nieuw besluit, niet langer gebaseerd op PAS, maar op de zogenaamde ADC-toets. Over deze toets ging de recente uitspraak van 24 juli 2019.
Het besluit van de gemeente ging over een nieuwe aansluiting op de A67, om een betere toegang te maken tot een bedrijventerrein de brainportregio Eindhoven. Dit omvangrijke project wordt uitgevoerd in verschillende Natura 2000-gebieden, waardoor de Wet natuurbescherming van toepassing is.
Wet natuurbescherming
Vanwege de stikstofuitstoot die zou toenemen door de nieuwe aansluiting, was het mogelijk dat er significante gevolgen zouden zijn voor de Natura 2000-gebieden. Volgens de Wet natuurbescherming moet er in dat geval een passende beoordeling uitgevoerd worden. Geeft de passende beoordeling zekerheid over de gevolgen, dan kan het plan wel (bij kleine gevolgen) of niet (bij onoverkomelijke gevolgen) worden vastgesteld, of de vergunning wel of niet worden verleend.
Het is niet altijd mogelijk dat een passende beoordeling leidt tot zekerheid over de gevolgen. Dan kan het plan alsnog worden vastgesteld of de vergunning alsnog worden verleend als voldaan is aan drie criteria: de ADC-criteria.
ADC-toets
De ADC-toets bestaat uit de volgende ‘toetsvragen’:
A: is er een alternatieve oplossing voorhanden?
D: dient de activiteit een dwingend algemeen groot belang?
C: kunnen compenserende maatregelen opgesteld worden?
Wordt deze toets beantwoord met ‘nee – ja – ja’, dan kan de activiteit alsnog in Natura 2000-gebied uitgevoerd worden.
Betoog gemeente Veldhoven
De gemeente Veldhoven betoogde dat het plan voor het project vastgesteld kon worden, omdat de ADC-toets positief uitviel. Er was geen alternatief waarmee hetzelfde doel bereikt kon worden en wat minder effect zou hebben op de betreffende Natura 2000-gebieden. Bovendien was het project nodig vanwege een dwingende reden van groot algemeen belang. De ontsluiting moet ervoor zorgen dat de verkeersproblemen in de regio oplossen en de regio aantrekkelijk blijft voor (nieuwe) bedrijven, wat weer van invloed is op de werkgelegenheid. Tot slot kunnen ook compenserende maatregelen opgesteld worden. De compensatie ziet niet op de beperking van de stikstofuitstoot, maar op de oppervlakte die met het project gemoeid is en de compensatie van die oppervlakte. De maatregelen die in het compensatieplan waren opgenomen zorgden ervoor dat de samenhang van de Natura 2000-gebieden bewaard bleef, aldus de gemeente.
De Afdeling volgde dit betoog van de gemeente. De ADC-toets was geslaagd. Dat betekende dat het project kon doorgaan, ook al zou dat leiden tot meer stikstof in een Natura 2000-gebied.
Wat kunt u hiermee?
Uit deze uitspraak blijkt dat PAS niet de enige manier is om vergunningen te verlenen en plannen vast te stellen. De ADC-toets uit de Wet natuurbescherming behoort ook tot de mogelijkheden. Keerzijde van de ADC-toets is wel dat die voor elke nieuwe activiteit in Natura 2000-gebied moet worden uitgevoerd. Niet zo efficiënt als PAS, maar wel goedgekeurd door de Afdeling. En uiteindelijk is dat het belangrijkst.