Nog steeds wordt er regelmatig geprocedeerd over aanbestedingsprocedures waarin de Standaard RAW 2010 wordt gehanteerd. Dit systeem hanteert eenheidsprijzen of verrekenprijzen als gunningscriteria. De prijzen van verschillende aanbieders worden vervolgens vergeleken door fictieve hoeveelheden in te voeren. Vervolgens kan de economisch meest voordelige inschrijving (EMVI) of de inschrijving met de laagste prijs worden geselecteerd.

Na ontvangst van de inschrijving is de aanbestedende dienst (op grond van artikel 01.01.04 Standaard RAW 2010) verplicht te beoordelen of de ontleding van de aanneemsom voldoet aan het bepaalde in artikel 01.01.03 (daarop zal ik hierna terugkomen). Indien de aanbestedende dienst vermoedt dat dit niet het geval is, dan dienen schriftelijk de redenen van dit vermoeden te worden gemotiveerd en moet aan de betreffende inschrijver een toelichting worden gevraagd.

Kernbepaling in de Standaard RAW 2010 is het beruchte artikel 01.01.03. Dit artikel schrijft voor hoe de inschrijfstaat dient te worden ontleed. In lid 02 van artikel 01.01.03 is daartoe bepaald dat in elke in de inschrijfstaat op te nemen eenheidsprijs alle kosten dienen te zijn begrepen die voor het tot stand brengen van de resultaatsverplichting moeten worden gemaakt, met uitzondering van de in lid 03 bedoelde kosten. Uit lid 03 volgt dat uitdrukkelijk geen eenmalige kosten, uitvoeringskosten, algemene kosten, winst en risico in de prijzen mogen zijn begrepen. Die dienen na het subtotaal te worden opgenomen in de desbetreffende posten van de ontleding van de aanneemsom.

Indien niet voldaan wordt aan de eisen die door artikel 01.01.03 worden gesteld, is de inschrijving ongeldig en dient deze ter zijde te worden gelegd.

Vuistregels
Gelet op de rigide gevolgen van het onjuist toepassen van de systematiek van de Standaard RAW 2010 is het belangrijk dat inschrijvers deze systematiek goed beheersen. Hieronder worden daartoe een aantal vuistregels geformuleerd:

  1. Neem alle besteksposten over en verander de namen daarvan niet. Uit bijvoorbeeld de uitspraak Vzr. Rb. Noord-Nederland 9 oktober 2013, ELCI:NL:RBNNE:2013:6070 blijkt dat het een inschrijver niet is toegestaan om voorgeschreven besteksposten niet in te vullen of weg te laten of een andere naam te geven. Dergelijke bewuste handelingen zijn ook niet voor herstel vatbaar.
     

  2. Hanteer reële, marktconforme eenheidsprijzen. Door aanbestedende diensten wordt een raming gemaakt van elke bestekspost. Indien sprake is van een aanzienlijke afwijking ten opzichte van die raming zal de aanbestedende dienst daarover vragen gaan stellen aan de inschrijver. Daarbij is het aan de inschrijver om aan te tonen dat door haar voor het opgenomen bedrag de betreffende resultaatsverplicht kan/moet worden uitgevoerd. Wordt voor een bepaalde post met een eenheidsprijs van € 0,01 (of van die orde van grootte) ingeschreven, dan zal dat altijd tot vragen leiden. De inschrijver zal moeten aantonen dat zij voor die onderdelen geen kosten behoeft te maken. Dat kan het geval zijn, indien bijvoorbeeld bepaalde werktuigen moeten worden ingezet die de inschrijver reeds op locatie klaar heeft liggen vanwege een ander werk.
     

  3. Staartkosten, uitvoeringskosten, eenmalige kosten, kortingen, winst en risico dienen altijd apart onderaan, na het subtotaal, in de begroting te worden opgenomen. Dat geldt ook voor uitvoeringskosten van onderaannemers, zo volgt ook uit Vzr. Rb. ’s-Hertogenbosch, 14 juni 2012, ECLI:NL:RBSR:2012:BW8663.
     

  4. Het is niet toegestaan te schuiven met besteksposten van de ene naar de andere post. De kosten die worden opgevoerd bij een bepaalde post moeten betrekking hebben op de betreffende resultaatsverplichting. Ook schuiven met de staartkosten is verboden. Bijvoorbeeld kortingen mogen dus slechts onderaan worden opgenomen en niet al bij de betreffende post worden opgenomen (zie bijv. Vzr. Rb. Rotterdam 21 mei 2014, ECLI:NL:RBROT:2014:3931).
     

  5. Per bestekspost dienen alle kosten voor het bereiken van daar genoemde resultaatsverplichting te worden opgenomen. Deze vuistregel vloeit voort uit de eerdere vuistregel dat het niet toegestaan is te schuiven met posten. Behalve dat bijvoorbeeld uitvoeringskosten niet bij de eenheidsprijzen mogen worden opgenomen, geldt ook de kosten die betrekking hebben op een bepaalde post niet (gedeeltelijk) mogen worden opgenomen bij een andere post. Aanbestedende diensten toetsen ook of in bepaalde prijzen per eenheid kostenbestandelen ontbreken of juist zijn toegevoegd, terwijl ze meer verband houden met een andere resultaatsverplichting.

Kort gezegd, gaat het in de Standaard RAW 2010 om ‘redelijke netto-eenheidsprijzen op de juiste plek’

Kort gezegd, gaat het in de Standaard RAW 2010 om ‘redelijke netto-eenheidsprijzen op de juiste plek’. In de rechtspraak zijn de nodige voorbeelden voor handen van aanbieders die zich niet aan deze vuistregels hebben gehouden. Rechters maakten daar korte metten mee en stelden de aanbestedende dienst in het gelijk: de inschrijving was terecht als ongeldig terzijde gelegd. Manipulatief inschrijven wordt onverbiddelijk gesanctioneerd. Waakzaamheid is dus geboden.

Strategisch inschrijven
Aan de andere kant biedt juist het goed beheersen van de vuistregels kansen om goede inschrijvingen te doen. In beperkte mate is strategisch inschrijven nog steeds mogelijk. Blijkens de handleiding bij de Standaard RAW 2010 dient de aanbestedende dienst rekening te houden met enige interpretatieruimte vanwege verschillende visies die mogelijk zijn op de uitvoering van het werk of de inrichting van de bedrijfskosten. Daarnaast kunnen bepaalde posten - uit strategische overwegingen - iets naar beneden worden bijgesteld, terwijl andere posten juist worden geplust. Criterium blijft echter dat er sprake moet zijn van een redelijke, verdedigbare prijs.

Wat redelijk is, is echter gedeeltelijk voor discussie vatbaar. Hier zit dan ook de ruimte voor creativiteit van inschrijvers. Overigens is er om die reden vaak commentaar op de Standaard RAW 2010.

Indien onopzettelijk verkeerde aantallen zijn gehanteerd door de inschrijver, kan de aanbestedende dienst overigens verplicht worden de inschrijver gelegenheid te geven de inschrijving te herstellen. Dat heeft althans de Commissie van Aanbestedingsexperts bepaald in haar advies 46 (klachtonderdeel 1). Daaraan kleven echter gevaren, omdat de aanbestedende dienst daar ook pas veel later achter kan komen. Dan kan blijken dat helemaal niet de laagste inschrijving is geselecteerd. Of de Nederlandse rechter het met de Commissie eens zal zijn, moet in de toekomst dus nog maar blijken.

Deel dit artikel

Expertises