Natasja Barské-Gelling

De term ‘ouderlijk gezag’ zal veel mensen bekend in de oren klinken. Grote kans dat u direct denkt aan het gezag dat ouders over hun kinderen uitoefenen. In de meeste gevallen klopt dat ook, want veel ouders oefenen inderdaad gezamenlijk het gezag uit over hun kinderen. Dat houdt in dat zij beiden beslissingen kunnen nemen over de opvoeding en verzorging van hun kind.

Gezamenlijk gezag met ander dan ouder

Wist u echter ook dat het gezag over kinderen door andere personen dan door ouders uitgeoefend kan worden? Dat is namelijk mogelijk. Soms is er maar een ouder bevoegd met het gezag. Uit de wet volgt dat de rechtbank dan kan vaststellen dat die ouder samen met een ander (dus niet met de andere ouder) het gezamenlijk gezag over het kind kan uitoefenen. Die ‘ander’ moet dan wel aan een belangrijk vereiste voldoen, namelijk dat hij of zij in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat. Als het kind nog in een familierechtelijke betrekking tot een andere ouder staat, moet ‘de ander’ daarnaast minstens een jaar aaneengesloten voor het kind hebben gezorgd samen met de ouder die het gezag over het kind heeft. Ten slotte moet de ouder die het verzoek doet ten minste een aaneengesloten periode van drie jaren alleen met het gezag belast zijn geweest.

Niet per se de stiefouder

Het ligt voor de hand om bij ‘de ander’ aan de stiefouder van een kind te denken. Ook andere personen kunnen echter aan de wettelijke vereisten voldoen. Zo is recent door de rechtbank niet een stiefvader, maar een stiefoma samen met de moeder van het kind met het gezag belast. De rechtbank oordeelde dat de oma in een nauwe persoonlijke betrekking stond tot het kind, omdat zij vanaf de geboorte van het kind samen met de moeder zorg heeft gedragen voor de opvoeding. De man probeerde toewijzing van het verzoek van de moeder en de stiefoma tegen te houden door aan te voeren dat de moeder en de oma niet een jaar lang samen hadden gewoond, maar dat was tevergeefs. De rechtbank oordeelde dat dat er niet toe doet: het gaat erom dat de moeder en de oma een jaar lang samen de zorg voor het kind hebben gehad. Deze uitspraak is opvallend, omdat daaruit dus volgt dat samenwoning geen vereiste is om vast te stellen dat er een jaar aaneengesloten voor het kind is gezorgd. De moeder en de oma hebben steeds in nauw overleg vorm gegeven aan de opvoeding en verzorging van het kind en dat is waar het om gaat.

Belang van het kind

De rechtbank had het verzoek van de moeder en de stiefoma alsnog af kunnen wijzen als er ‘gegronde vrees’ zou zijn dat de belangen van het kind verwaarloosd worden als stiefoma ook met het gezag zou worden belast. In deze situatie oordeelde de rechtbank dat die vrees er niet was. Stiefoma had namelijk meermalen aangegeven dat zij het belangrijk vindt dat het kind haar vader kent en dat zij open staat voor contact tussen hen beiden. De rechtbank vertrouwde er zodoende op dat stiefoma het belang van haar kleinkind voorop stelde. Belangrijk is dat het belang van het kind is in dit soort zaken voor de rechter altijd leidend is, ook wanneer aan alle wettelijke vereisten voldaan!

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises