Dico Bogerd


De meeste mensen zullen zich nog wel het incident met Tarik Z. herinneren die op 29 januari 2015 het gebouw van de NOS op het Mediapark in Hilversum binnendrong. Hij bedreigde daarbij een portier en hij eiste zendtijd op omdat hij het volk wilde waarschuwen voor 'het huidige monetaire systeem'. Uiteindelijk leverde deze actie hem 2,5 jaar celstraf op waarvan de helft voorwaardelijk.

Grap op Facebook

Een werknemer die werkzaamheden verricht in de Master Control Room van de NOS (de MCR is de ruimte waarin het beeld en geluid in het juiste format wordt gegoten) dacht blijkbaar dat deze actie wel geschikt was voor een grap. Hij plaatste een dag na het incident met Tarik Z. een zelfgemaakte foto van deze ruimte op zijn Facebookpagina met daarbij als onderschrift: “Zo lek is alles nu!!! Ik loop gewoon naar binnen hahahaha”.

Bij het plaatsen van het bericht zal mee hebben gespeeld dat hij ongeveer anderhalve maand daarvoor met zijn werkgever overeengekomen was dat zijn dienstverband zou worden beëindigd per 1 maart 2015. Hij hoefde niet meer te komen werken en hij zou een ontslagvergoeding ontvangen van ruim €22.000,-.

Ontslag

De werkgever vond het bericht echter onacceptabel en sommeerde de werknemer het bericht van Facebook te halen. Nog dezelfde avond verwijderde de werknemer het bericht. Volgens de werkgever was het kwaad echter al geschied en zij besloot dan ook een dag later de werknemer op staande voet te ontslaan. Daarbij geeft de werkgever aan dat het incident met Tarik Z. levensbedreigend was voor het personeel en zij vindt het ontoelaatbaar en onbegrijpelijk dat de werknemer op Facebook over deze situatie een grap maakt. Ook had de werknemer gezien het overeengekomen ontslag helemaal niet meer op de werkvloer mogen komen.

Omdat de werkgever van oordeel is dat er sprake is van ontslag op staande voet, betaalt de werkgever de ontslagvergoeding van ruim € 22.000,- niet uit aan de werknemer. De werknemer legt zich daar niet bij neer en start een rechtszaak. Hij stelt dat hij niets wist van het incident met Tarik Z. op 29 januari 2015 en dat het plaatsen van het bericht onvoldoende is voor ontslag op staande voet.

Oordeel rechter

De kantonrechter vindt het niet geloofwaardig dat de werknemer niets van het incident met Tarik Z. wist, zeker gezien de massale (media)aandacht die daarvoor was geweest en het bij de foto geplaatste onderschrift. Ook het onderschrift bij de geplaatste foto doet anders vermoeden. De kantonrechter beoordeelt het geplaatste bericht als 'ongepast', maar vindt het 'bij lange na' niet voldoende voor ontslag op staande voet. Door het plaatsen van de foto heeft de werknemer geen schade toegebracht aan zijn werkgever. De werknemer mocht bovendien nog terugkomen op de werkvloer omdat hij nog bedrijfseigendommen moest inleveren. Kortom: de kantonrechter vernietigt het ontslag op staande voet en de werkgever moet de ontslagvergoeding van ruim €22.000,- betalen aan de werknemer.

Ontslagen vanwege bericht social media

In de zaak over het incident met Tarik Z. had de werkgever een erg dunne onderbouwing voor ontslag op staande voet. Wellicht was het ontslag met name ingegeven door de gedachte dat dan niet de ontslagvergoeding hoefde te worden betaald. Er komen in de rechtspraak echter steeds meer voorbeelden waarbij ontslag op staande voet of ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een bericht op social media wel wordt erkend. Een bekend voorbeeld daarvan de supermarktmedewerkster die op Facebook plaatste:  'Net ‘ziekgemeld’ en nu lekker de hele dag shoppen in A’dam met m’n moeder.' Haar werkgever las echter mee en die plaatste daaronder het bericht: 'Je mag zo lang als je wilt blijven in Amsterdam. Wij hoeven je namelijk niet meer terug te zien'.

Het blijft in de rechtspraak in dit soort zaken een afweging tussen enerzijds de vrijheid van meningsuiting en anderzijds het belang van de werkgever. De vrijheid van meningsuiting wordt daarbij begrensd door de zorgvuldigheid die een werknemer tegenover zijn werkgever in acht moet nemen. Zo werd de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een medewerker van Blokker toegekend omdat deze zich zeer grof en beledigend over Blokker had uitgelaten op Facebook. De rechter oordeelde dat dit niets met de vrijheid van meningsuiting te maken heeft en dat Facebook slechts in beperkte mate privédomein is van de werknemer. Het begrip 'vrienden' op Facebook is betrekkelijk, aldus de rechter.

Werknemers kunnen dus zeker niet ongestraft negatieve berichten over hun werkgever op social media plaatsen, ook niet als deze grappig bedoeld zijn. Er bestaat in ons land vrijheid van meningsuiting maar deze vrijheid kent zeker haar grenzen. 

Deze column is eerder geplaatst in de Barneveldse Krant, in de rubriek Recht om de hoek.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises