Helaas is het volgende soms het geval: meisjes van ongeveer 15 jaar met ernstige gedragsproblemen die al meerdere keren zijn weggelopen uit verschillende hulpverleningsvormen, zijn in een loverboy-circuit terecht geraakt en hebben te kampen met achterliggende zware psychiatrische problematiek. Het kan dan nodig zijn om zwaarder geschut in te zetten om het tij te keren, zoals plaatsing in een gesloten instelling. Maar bedenk daarbij wel dat geen loopje genomen mag worden met het recht van de minderjarige op werkelijk passende zorg bij zijn of haar problematiek.  

Loverboyproblematiek is mensenhandel

‘Loverboyproblematiek’ is helaas een bekend fenomeen. Nationaal Rapporteur Mensenhandel Corinne Dettmeijer vindt de term loverboyproblematiek verhullend: het fenomeen moet benoemd worden voor wat het is: mensenhandel. Maar doorgaans weet iedereen wel wat met deze term wordt bedoeld. Het lukt helaas lang niet altijd om mensenhandelaars op te sporen en te berechten. Rechtbanken in Nederland doen gemiddeld ruim 150 voor mensenhandel-zaken per jaar af, waarschijnlijk is dat het topje van de ijsberg. Daders en slachtoffers zijn niet altijd eenvoudig van elkaar te onderscheiden. Zo ontmoette ik eens een 15-jarig meisje dat opgesloten was geweest in een justitiële jeugdinrichting voor mensenhandel en op dat moment verbleef op een leefgroep voor loverboyslachtoffers in een gesloten instelling. Dit voorbeeld van diffuus dader- en slachtofferschap geeft al aan hoe complex deze problematiek is.

Gesloten jeugdhulp en een gespecialiseerde jeugdrechtadvocaat  

Maar wat te doen in het geval van een zeer kwetsbaar meisje dat slachtoffer wordt van loverboyproblematiek? Een uiterste redmiddel is dan de plaatsing in gesloten jeugdhulp, geregeld in de Jeugdwet. Plaatsing in een instelling voor gesloten jeugdhulp is één van de meest rigoureuze maatregelen voor kinderen met zeer zware problematiek die zich niet willen laten helpen. Deze kinderen onttrekken zich aan de noodzakelijke hulp of worden door anderen daarvan weggehouden, zoals bijvoorbeeld het geval is bij loverboyproblematiek. Omdat het om een zware maatregel gaat, kan een besluit hiertoe alleen door de kinderrechter genomen worden en heeft de minderjarige recht op bijstand van een gespecialiseerde jeugdrechtadvocaat.

Kiezen tussen twee kwaden

Het klinkt paradoxaal: opgesloten worden voor je eigen bestwil. Vrijheidsberoving is vérstrekkend maar als reeds van alles geprobeerd is, is het ook ongewenst dat iemand nog verder wegglijdt in een prostitutienetwerk of helemaal buiten beeld van de hulpverlening geraakt. Dan kan opsluiting in sommige gevallen noodzakelijk zijn. Dit is onlangs weer bevestigd door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. In een uitspraak daterend van mei 2016 tegen Bulgarije besloot het Hof dat het meisje – een loverboyslachtoffer en – dader tegelijk – in deze casus terecht in een gesloten instelling was geplaatst. Wel stelt het Europese Hof de nodige hoge eisen aan zo’n plaatsing; deze eisen zijn eveneens op de Nederlandse situatie van toepassing en dat is niet voor niets omdat recent Nederlands academisch onderzoek heeft aangetoond dat het met 90% van de meisjes die gesloten geplaatst zijn, na vijf jaar op meerdere leefgebieden niet goed gaat. Een gesloten plaatsing lijkt soms meer kwaad dan goed te doen.  

Passend onderwijs en passende hulp

Het Europese Hof hecht bijvoorbeeld veel waarde aan goed onderwijs: de schoolcarrière van de minderjarige mag niet lijden onder een gesloten plaatsing. Tevens dient een gesloten instelling aan hoge pedagogische vereisten te voldoen. Wat vaak uitermate lastig is, is dat een gesloten plaatsing het laatste redmiddel schijnt om iemands leven weer op het juiste spoor te krijgen, maar dat daarmee nog niet gezegd is dat een loverboyslachtoffer ook hulp op maat (bijvoorbeeld traumaverwerking) krijgt die passend is bij de behoeften van de minderjarige. In Nederland wordt hard gewerkt aan zorg op maat voor loverboyslachtoffers, denk bijvoorbeeld aan het expertisecentrum Fier. Het is de taak van de advocaat om erop toe te zien dat, mocht het nodig zijn, een minderjarige niet slechts wordt opgesloten maar dat er ook daadwerkelijk aan haar problematiek gewerkt wordt. En dat laatste blijft iedere keer weer een hele krachttoer, niet alleen in een voormalig Oostblokland als Bulgarije maar ook in Nederland.

Gelukkig krijgen gemeenten vaak niet op heel grote schaal met deze problematiek te maken. Maar mocht dat toch het geval zijn: investeren in passende – en wellicht duurdere – zorg betaalt zich op de langere termijn uit.

Deze column is ook geplaatst in de Barneveldse Krant, in de rubriek Recht om de hoek.

 

Deel dit artikel

Expertises