Jan Willem van Dommelen

Privéberichten op social media kunnen steeds meer publiek gebruikt worden. Door werkgevers en rechters. Dat is een bijdrage aan de digitale hygiëne.

Als vroeger op een verjaardagsfeestje iemand eens stevig “de waarheid” vertelde over zijn baas, dan haalden die opmerkingen meestal niet eens de volgende dag; het was gezegd en weer snel vergeten.

Maar sinds mensen massaal en ongeremd hun ergernissen aan Facebook toevertrouwen, is dat anders geworden. Geschreven woorden vliegen immers als vuurwerk de digitale wereld in om vervolgens overal neer te dwarrelen. Daarmee krijgen opmerkingen en meningen die louter privé waren een onbedoelde dynamiek. Steeds minder zijn de sociale media daarom de ultieme vrijplaats zijn van gedachten en woorden. En steeds meer worden mensen afgerekend op wat ze achter het beeldscherm met hun “vrienden” delen. Een kleine greep uit rechterlijke uitspraken van de afgelopen maanden maakt duidelijk dat we moeten oppassen met wat we schrijven.

Zo heeft een gerechtshof bepaald dat je op Hyves smaad pleegt als je als moeder tegen over 25 “vrienden” er over klaagt dat je je kind in het kader van een omgangsregeling mee moet geven aan een “pedo”. De moeder verdedigde zich door te wijzen op de kleine kring van vrienden en het besloten karakter van het forum. Maar omdat die vrienden met die mededeling konden doen wat ze wilden werd de vrouw veroordeeld.

Iets vergelijkbaars maakte de vader mee die probeerde het gezag over zijn kind te krijgen. In die zaak had de moeder alleen het gezag over het kind. Normaal wordt zo’n verzoek toegewezen, tenzij er grote risico’s zijn dat het kind tussen de ouders vermalen wordt. Nu had de vader op Facebook allerlei negatieve berichten over de moeder geplaatst met de strekking van “Als ik mijn kind heb dan zal ik eens echt vertellen hoe het zit”. Dat werd hem fataal. De rechter concludeerde vorige maand  “dat de man had aangetoond zich onvoldoende rekenschap te geven van de eisen die gezamenlijk ouderschap meebrengen”.

Facebook-ontslag

Maar vooral in arbeidsverhoudingen zien we dat privéberichten zo maar van kleur kunnen verschieten en publiek gebruikt worden. Ze gaan steeds vaker meedoen in bewijsvoering in conflictsituaties.

Zo noteerden we inmiddels het eerste “Facebook-ontslag”. Een Blokkerwerknemer was teleurgesteld dat hij geen voorschot op zijn salaris kon krijgen en maakte daarop de werkvloer ophef over. Toen hij de schriftelijke waarschuwing van zijn baas ontving ging hij helemaal los op Facebook en maakte met Blokker de kachel aan. Tegenover zijn chef excuseerde hij zich maar Blokker zette de man eruit en de rechtbank kende geen genade. De man probeerde nog iets met de vrijheid van meningsuiting en met een beroep op het privékarakter van Facebook. Onzin, vond de rechter. Hij merkte fijntjes op dat het begrip “vrienden” op Facebook maar heel betrekkelijk was om dat één ervan zo vriendelijk was geweest het bericht aan Blokker te sturen. Zodra je een bericht op Facebook zet, neem je –zo redeneerde de rechter- het risico dat het wordt gere-tweet zodat ook een veel groter kring van mensen het bericht onder ogen kan krijgen.

Actueel blijkt verder de vraag of collega’s zomaar je zakelijke mailbox mogen inzien? Het speelde pas bij de Gemeente Amsterdam. Die had de gedragscode op dit punt gewijzigd waardoor je bij ziekte van een medewerker zonder zijn toestemming in zijn mailbox mocht kijken. Omdat de gedragscode was gewijzigd zónder medewerking van de ondernemingsraad werd de Gemeente teruggefloten. Je kunt er immers de medewerker mee controleren en dan kan niet zomaar. Had de OR er mee ingestemd dan was er niets aan de hand geweest.

De lijn is nu dat als je als werkgever maar in de afgesproken gedragcode hebt opgenomen dat je als werkgever de zakelijk mail van je werknemers zult mogen lezen bij diens afwezigheid, je niet belemmerd wordt door de privacy-rechten van de werknemer. Daarom komen werkgeversorganisaties nu met standaardgedragscodes om dit probleem op te lossen. Er wordt in zakelijke mail onder collega’s heeft wat afgemopperd en dat kan dus allemaal op tafel komen.

Die vrijheid houdt overigens wel halt bij de privé-mail van de werknemer. Als de hotmailaccount van de secretaresse openstaat mag je daar als werkgever niet in lezen als zij even naar toilet is. Zelfs al zou je daar dingen in tegenkomen die op zich reden zijn de arbeidsverhouding te beëindigen, die informatie mag je dan toch niet gebruiken.

Te verwachten is dus dat werknemers ook steeds meer op hun e-mailverkeer gecontroleerd en aangesproken gaan worden. Zo moeten we ons in de digitale informatiewereld steeds meer verantwoorden. En wordt het weer druk bij de koffieautomaat.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises