Recent heeft het Adviescollege Stikstofproblematiek zijn eindadvies aan de Minister uitgebracht. Het rapport bevat ook adviezen m.b.t. de bouwsector. Het eindadvies heeft de titel ‘Niet alles kan overal’ meegekregen.

Recent heeft het Adviescollege Stikstofproblematiek zijn eindadvies aan de Minister uitgebracht. Het eerste korte-termijn-advies luidde ‘Niet alles kan’. Het eindadvies heeft de titel ‘Niet alles kan overal’ meegekregen.

Impact

Het Adviescollege legt allereerst uit hoe het komt dat de impact op de bouw zo groot is. Dit komt namelijk door het ontbreken van ‘stikstofruimte’. Ter vergelijking: een energiebedrijf krijgt een bepaalde ruimte om stikstof uit te stoten. Een dergelijke ruimte is opgenomen in de verleende vergunning. Jaarlijks kan hierdoor een bepaalde hoeveelheid stikstof uitgestoten worden.

Een bouwbedrijf heeft een dergelijke ruimte niet. Een bouwbedrijf is voor vrijwel alle activiteiten afhankelijk van een beoordeling van de specifieke activiteit en de uitstoot van stikstof door die activiteit. Voor nieuwe activiteiten is sinds het wegvallen van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) echter geen plaats.

De bouwsector is nodig voor het herstellen van de economie de komende jaren. In zijn eerste advies gaf het Adviescollege aan dat in de bouw wat betreft stikstof winst is te behalen door modulair, energieneutraal, circulair en natuurinclusief te bouwen.

Advies

In zijn eindrapport en het lange-termijn-advies geeft het Adviescollege, puntsgewijs weergegeven, het volgende advies:

  • Leg  juridisch vast dat de emissies van bouwprojecten in (maximaal) 10 jaar tijd worden teruggebracht met 80%. Dit creëert voldoende ruimte om bouwprojecten te vrijwaren van gedetailleerde stikstofberekeningen, door invoering van een goed onderbouwde drempelwaarde voor tijdelijke emissies;

  • Aanbestedende diensten dienen zich te committeren aan een oplopend aandeel van aanbestedingen, waarin zo laag mogelijke emissies een doorslaggevende rol in de gunning spelen. Op die manier kunnen minder kapitaalkrachtige bouwbedrijven de gewenste transitie maken.

  • Het Rijk moet met medeoverheden om tafel om afspraken te maken over aanbestedingsregels. De technologie om lagere emissies te bewerkstellingen is aanwezig, maar het is nog niet mogelijk om die technologie op grote schaal toe te passen. De overheid kan zorgen dat voldoende marktkracht ontstaat om de overgang naar schone bouw op gang te brengen.

  • Ontwikkel een stimuleringsregeling die het mogelijk maakt voor alle bedrijven in de bouwsector om de overgang naar materiaal met een lage emissie te maken.

  • Een investering in de bouwsector is noodzakelijk gezien het grote belang van de bouwsector voor herstel van de economie. De investering moet minimaal in evenwicht zijn met de door het kabinet ter beschikking gestelde middelen voor natuurherstel en transformaties in andere sectoren.

Kamerbrief

Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid heeft als reactie op het adviesrapport van het Adviescollege een brief aan de Tweede Kamer geschreven.

Zij schrijft dat het kabinet de aanbeveling overneemt om de tijdelijke emissies van de bouw niet langer te onderwerpen aan gedetailleerde depositieberekeningen. Het kabinet wil een drempelwaarde voor de bouw onderzoeken en uitwerken teneinde de toestemmingsverlening te vereenvoudigen. Deze vereenvoudiging gaat overigens gepaard aan een stevige reductie-opgave voor de bouwsector als het gaat om stikstofuitstoot. Deze reductie wordt ook juridisch vastgelegd.

De gevolgen noemt de Minister daarbij: voor de bouwsector heeft dit als consequentie dat zij vervroegd materieel afschrijft en investeert in schoner bouwmaterieel en innovatie van het bouwproces. Het kabinet beziet welke financiële middelen hiertoe vrijgemaakt moeten worden om dit proces te ondersteunen. Aan publieke zijde zijn afspraken nodig over aanbesteding en de ontwikkeling en inzet van een stimuleringsregeling.

Eindrapport

Kamerbrief

Deel dit artikel

Expertises