Jan Willem van Dommelen

Hoe lang duurt het nou, zo’n letselzaak? Een vraag die bij het kennismakingsgesprek steevast op tafel komt. Heel begrijpelijk ook. Want de beperkte energie die je nog over hebt, wil je zo verstandig mogelijk gebruiken.  En je leest verhalen over jarenlang slepende en tijd vretende gevechten met verzekeraars waar je somber van wordt. Moeten we er wel aan beginnen?

Goede voornemens

Allereerst: het is in de afgelopen jaren beter geworden. In 2006 is een Gedragscode Behandeling Letselschade van kracht geworden en daarin nemen verzekeraars zich voor aan de hand van een aantal  gedragsregels de route te stroomlijnen naar een aansprakelijkheidsstandpunt en een uitkering.

Zo moet de verzekeraar binnen drie maanden na ontvangst van de aansprakelijkstelling een onderbouwd standpunt over de aansprakelijkheid innemen. Daarnaast moet ze “streven naar passende oplossingen in de persoonlijke omgeving en werkomgeving van de benadeelde, door zich gedegen te verdiepen in diens persoonlijke situatie, ambities en mogelijkheden”. Afwikkelen binnen twee jaar moet de regel zijn en als dat langer duurt “spreken partijen concreet af welke maatregelen nodig zijn om de schadebehandeling alsnog zo spoedig mogelijk af te ronden”. Goede voornemens.

De Ombudsman heeft echter moeten vaststellen dat die gedragsregels niet voorkomen dat nog steeds weinig mensen het gevoel hebben dat zij als slachtoffers centraal staan in de letselschadezaak.De discussie over de aansprakelijkheid duurt nog veel te lang en veel dossiers zijn na drie jaar nog steeds niet afgerond.

Whiplash

De praktijk is dus weerbarstig. Dat geldt zeker voor zaken waarin sprake is van whiplashletsel. In die situatie is vaak sprake van een heel langdurig klachtenpatroon met allerlei lichamelijk en mentale gevolgen. Met steevast de discussie over de vraag of de betreffende klachten wel het gevolg zijn van die aanrijding. Had je voor het ongeval ook al niet wat depressieve klachten?

Neem nu de zaak van de boer uit Gelderland. Toen hij en zijn vrouw in 1999 een achterop-aanrijding meemaakten, ging de aandacht eerst helemaal uit naar zijn vrouw die als bijrijder een gebroken nekwervel opliep. De boer en zijn vrouw krabbelen op, maar gaande weg blijkt dat het met het boerenbedrijf - net overgenomen van zijn vader - eigenlijk helemaal niet meer gaat. Zijn gebrek aan energie en somberheid worden hem zo zwaar dat het echtpaar moet overschakelen op een veel lichtere wijze van boeren. Ze kopen aangepaste machines, gaan op de biologische toer en verbouwen een deel tot zorgboerderij, in de hoop dat dit helpt om boven water te blijven. Uiteindelijk valt de boer helemaal uit. Wat een schade.

Als de verzekeraar Aegon daarvoor aansprakelijk wordt gesteld is dat het begin van een zeer langdurige en stroperige strijd.  Vorig maand (!), we zijn dan 20 jaar verder, heeft de Gerechtshof niet alleen de laatste knopen doorgehakt en hem schadevergoeding toegekend maar ook uitgesproken dat Aegon aan de boer smartengeld moet betalen voor de wijze waarop de schade is aangepakt. Het is voor het eerst dat een rechter dat aandurft.

Boer krijgt gelijk

De boer krijgt 10.000 euro vergoeding alleen al voor de stroperige afhandeling. Aegon wordt op de vingers getikt omdat ze verschillende keren van koers wijzigde, na jaren plotseling het oorzakelijk verband tussen de kop-staart botsing en de psychische klachten weer ter discussie stelde en weigerde een verzekeringsarts in te schakelen. Daarnaast was de bevoorschotting op de schade minimaal. De boer krijgt uiteindelijk na 20 jaar gelijk.

Het slechte nieuws is dat het nog steeds voorkomt dat verzekeraars een uitputtingsslag leveren ten koste van het slachtoffer. Maar het goede dat ze hiermee steeds moeilijker wegkomen.

De letsellijn van BVD advocaten is tot 21.00 uur ’s avonds (m.u.v. vrijdagavond) bereikbaar via (0318) 53 17 97. Ook afspraken – bij u thuis of op kantoor – zijn in de avond mogelijk.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises