Wat me opviel, was de onwennigheid van de belastingambtenaren (twee controle- en heffingsmedewerkers). Ik realiseerde me dat zij zich begaven op voor hen tamelijk onbekend terrein, namelijk: het arbeidsrecht. Het vaststellen van de juiste grondslag voor een heffing of de controle van facturen of aftrekposten is natuurlijk een heel andere bezigheid dan een kwalificatievraag op het gebied van het arbeidsrecht. Een holistische toets ('alle omstandigheden van het geval in onderling verband bezien') laat zich niet zo goed in schema's vatten, laat staan berekenen. Natuurlijk is de vaststelling van de dienstbetrekking altijd al onderdeel geweest van het vakgebied van de loonheffingen, maar heeft daar nooit een prominente plaats gehad. De vaststelling van een (privaatrechtelijke) dienstbetrekking heeft immers steeds volledig op arbeidsrechtelijk terrein plaatsgevonden. Pas na de vaststelling van een dienstbetrekking (arbeidsovereenkomst) komt de fiscaliteit in beeld, die de fiscale gevolgen regelt. Alleen enkele fictieve dienstbetrekkingen worden door fiscale wetgeving zelf in het leven geroepen. De ZZP-discussie draait echter volledig om de kwalificatievraag (zelfstandige of in dienstbetrekking). De discussie over naheffing bij geconstateerde schijnzelfstandigheid is nog nauwelijks van de grond gekomen.
De belastingambtenaren gaven aan, bijna verontschuldigend, dat zij deze thematiek ook maar 'op hun bordje' hadden gekregen. Zij deden er nu ervaring mee op. Daarbij benadrukten ze dat de Belastingdienst echt niet als een wilde gaat handhaven. Ze zoeken het gesprek en doen veel aan voorlichting. Dat moge zo zijn; voor de ondertoezichtstaande voelt zo'n bezoek toch minder vrijblijvend. De dame die zich met de adminstratie bezighield, had de hele nacht niet geslapen. Ik probeerde wat verlichting te brengen met het perspectief dat het bedrijf in zekere zin ook mazzel had, omdat het onderzoek voor 1 januari 2025 (opheffing handhavingsmoratorium) werd uitgevoerd. Er konden dus lessen getrokken worden zonder financiële consequenties. Dat gaf enig verlichting.
De rapportage volgt ergens de komende maanden. De doorlooptijden van deze onderzoeken zijn lang. Het bedrijfsbezoek was in april, het definitieve verslag volgende in oktober, het boekenonderzoek was in december.
Een handleiding voor deze bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken, een lijst met mogelijk vragen, een rapportageformat en standaardbrieven zijn hier te vinden: https://open.overheid.nl/documenten/b4a4726a-01e4-4cc4-9726-902d58d4da15/file.