Natasja Barské-Gelling

Nog altijd komt het regelmatig voor dat partijen onder het maken van huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd, waarbij in de huwelijkse voorwaarden een zogeheten periodiek verrekenbeding is opgenomen. Dit periodiek verrekenbeding houdt kort samengevat in dat partijen afspreken om jaarlijks al hetgeen overblijft, na betaling van alle lasten, bij helfte te verdelen. Dit is het zogeheten overgespaard inkomen.

In de praktijk komt het echter zelden voor dat echtgenoten jaarlijks hun overgebleven inkomen delen. Over de consequenties daarvan is al veel geschreven. Onlangs heeft de rechtbank in dit kader een interessante uitspraak gedaan. Daarover gaat deze bijdrage.

Periodiek verrekenbeding uitvoeren om andere reden dan echtscheiding

Het verrekenbeding leidt met name tot discussies in het geval van echtscheiding. Partijen denken dat, nu zij gehuwd zijn onder het maken van huwelijkse voorwaarden, zij niets met elkaar hoeven te verrekenen. Echter, vanwege dit niet uitgevoerde periodieke verrekenbeding, moeten zij alsnog met elkaar afrekenen.

De recent gevoerde precedure had echter niets van doen met een scheiding. Waar ging het wel om? Partijen waren al meer dan dertig jaar getrouwd. Ook zij hadden huwelijkse voorwaarden met een zogeheten periodiek verrekenbeding. In al die jaren hebben zij het verrekenbeding nooit uitgevoerd. Na dertig jaar doen zij dit alsnog. Wat was de reden?

Meneer en mevrouw waren gezamenlijk eigenaar van een woning. Zij stelden vast dat de vrouw op basis van het verrekenbeding een vordering had op de man. Ter compensatie van deze vordering spraken zij af dat de woning volledig op naam van de vrouw zou worden gesteld. Waarom deden zij dit? De woning had een aanzienlijke overwaarde. Er was door een derde een procedure ingesteld tegen de man. Als de man deze procedure zou verliezen, zou het mogelijk zijn dat partijen hun woning moesten verkopen om met de overwaarde de schuld van de man te voldoen. Partijen wilden dit voorkomen.

Oneigenlijke toepassing van het verrekenbeding is paulinaneus

Op zich was het volkomen juist dat de vrouw een vordering op de man had uit hoofde van het niet nakomen van het verrekenbeding. Niets aan de hand zou je zeggen. In dit geval meende de rechtbank echter dat het uitvoeren van een periodiek verrekenbeding een paulianeuze rechtshandeling vormt, nu daartoe een rechtshandeling wordt verricht die de schuldeisers benadeelt. Voor de vraag of sprake is van benadeling, moet de situatie voordat de woning aan de vrouw werd geleverd vergeleken worden met de situatie nadien. Stel dat de woning voor levering € 400.000,- waard was en er op de woning een hypotheek rustte van € 250.000,-, dan is helder dat de woning verhaal biedt en dat de schuldeiser dus – als hij de woning had laten executeren – een aanzienlijk bedrag had ontvangen. Nu de woning op naam van de vrouw was gezet, viste de schuldeiser achter het net. De rechtbank acht dit paulianeus.

De conclusie is derhalve dat zelfs als er op basis van de huwelijkse voorwaarden alle reden is om het verrekenbeding alsnog uit te voeren, dit onder omstandigheden richting derden toch niet is toegestaan.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises