Cornelis Klepper

Eerder schreef ik een blog over aansprakelijkheid bij graafschade, waarin ik het juridisch kader hieromtrent schetste. Aan de hand van een zeer recent, helder gemotiveerd arrest van het hof ‘s-Hertogenbosch1 zal ik in deze bijdrage laten zien welke verweren een aannemer - al dan niet succesvol - kan voeren wanneer hij aansprakelijk wordt gesteld. Eerst zal ik nader ingaan op de feiten van de casus, waarna ik de juridische vraagstukken zal behandelen.

De casus

In 2006 werd tussen de gemeente Maastricht en Hamanz een aannemingsovereenkomst gesloten, die strekte tot het door Hamanz boren van gaten in een opstaande betonnen rand van een ondergrondse parkeergarage aan de Onze Lieve Vrouwewal te Maastricht. De aanleiding hiervoor was wateroverlast en lekkage in de parkeergarage. Het dak van de parkeergarage bevond zich namelijk enkele tientallen centimeters onder het maaiveld, en het regenwater bleef tussen de opstaande betonnen randen staan. Zoals vereist2, deed Hamanz een Klic-melding, waarna kaarten en tekeningen van KPN Telecom BV Noord West werden ontvangen. Op deze kabeltekeningen waren de locaties van nabijgelegen ondergrondse kabels aangegeven, echter zonder indicatie van de diepte hiervan. Zonder succes probeerde Hamanz de kabels te vinden, waarna men begon met blootleggen van de opstaande randen. Dit was in strijd met de instructie zoals gegeven in de kabeltekeningen: bij problemen ter vaststelling van de ligging van de kabels kan men contact opnemen met de toezichthouder, wiens naam en telefoonnummer stonden vermeld.

Bij het blootleggen van de opstaande randen bleek de rand aan de ene zijde 20 centimeter dik te zijn, terwijl de constructie aan de andere zijde 60 centimeter dik was. Hamanz kon niet door 60 centimeter boren, dus werd een derde ingeschakeld om zaagsneden in de wand te maken. Hamanz bleef evenwel direct betrokken bij de werkzaamheden. Nadat de eerste zaagsneden waren aangebracht in de constructie bleek dat dit een betonnen kabelgoot betrof, met daarin een pakket communicatiekabels van KPN. De kabels waren doorgezaagd.

Juridische beoordeling

KPN stelde Hamanz aansprakelijk en vorderde totaal € 295.938,84,waarvan het grootste gedeelte werd toegewezen door de rechtbank. Hamanz ging in hoger beroep door verschillende grieven tegen het vonnis in te brengen. Zo stelde Hamanz in de eerste plaats dat KPN een bedrag van € 224.717,84 heeft vergoed gekregen van de verzekeraar, waardoor KPN geen vordering meer in kon stellen voor dat bedrag. Uit de wet3 volgt immers dat een vordering tot schadevergoeding van de verzekerde op een derde, overgaat op de verzekeraar voor zover deze de schade heeft vergoed. KPN stelde hier tegenover dat de betaling slechts een voorschot onder voorbehoud van dekking betrof. Het hof passeert dit verweer met inachtneming van de omstandigheid dat de uitkering inmiddels 9 jaar geleden is gedaan, en het bedrag tot achter de komma nauwkeurig is. Bovendien is de verzekeraar nooit op de uitkering teruggekomen. Echter, de verzekeraar verklaart desgevraagd dat is afgesproken dan KPN de procedure namens de verzekeraar zou voeren. Hierdoor kan KNP volgens het hof wel degelijk bevoegd is over het gehele bedrag te procederen.

In de tweede plaats grieft Hamanz tegen de overweging van de rechtbank waarin tot uitdrukking wordt gebracht dat Hamanz had moeten vermoeden dat de kabels in het beton lagen. Volgens Hamanz is de kabelgoot niet (voldoende duidelijk) door KPN op de Klic-tekening aangegeven. Verder zou ten onrechte4 niet zijn aangegeven dat de kabels in enige vorm van bescherming lagen. Daarnaast bleek volgens Hamanz uit een brochure van de gemeente Maastricht dat de garagewand om en nabij 65 cm dik is, zodat Hamanz bij het vinden van een opstaande rand van ongeveer die afmetingen ervan uit mocht gaan dat dit alleen het verlengde deel van de wand was. Het hof maakt met deze argumenten echter korte metten: Hamanz wist dat op de betreffende locatie kabels in de grond lagen, deze kabels werden niet gevonden tijdens het zoeken. Vervolgens werd geen contact opgenomen met de toezichthouder. Toen de dikke betonrand werd blootgelegd had het op de weg van Hamanz gelegen het beton aan een behoorlijk onderzoek te onderwerpen en alsnog contact op te nemen met de betrokken toezichthouder, aldus het hof. Hamanz heeft derhalve een onrechtmatige daad gepleegd jegens KPN door enerzijds die handelingen na te laten en anderzijds wel te zagen in het beton. Op grond van artikel 6:162 lid 3 BW acht het hof de onrechtmatige gedraging toerekenbaar aan Hamanz.

Vervolgens voert Hamanz aan dat er sprake is van eigen schuld van KPN, waardoor (een gedeelte van de) schade voor rekening van KPN hoort te komen. Dit omdat de kabelgoot niet op de Klic-tekening is aangegeven, omdat niet is aangegeven dat de kabelbundel breder is dan 50 cm, er geen waarschuwingsborden zijn geplaatst  of andere waarschuwingen zijn gegeven terwijl de kabels aanzienlijk dieper liggen dan gebruikelijk en de kabelgoot direct bovenop een qua uiterlijk en omvang soortgelijke constructie (de wand van de parkeergarage is gelegen. Ook deze redenatie wordt door het hof afgesneden. Bovengenoemde omstandigheden zijn volgens het hof op zichzelf waar, en het had ook allemaal beter gekund. Toch leidt dit niet tot de conclusie dat er sprake is van relevante eigen schuld aan de zijde van KPN in die mate dat zij mede de schade dient te dragen. Het hof motiveert deze overweging met vergelijkbare argumenten als welke ter onderbouwing van de onrechtmatige daad zijn genoemd.

De laatste grief van Hamanz heeft betrekking op een aantal door KPN opgevoerde schadeposten. Laatstgenoemde had volgens Hamanz sommige posten onterecht meegerekend in de schade, terwijl andere posten te hoog waren opgegeven. Het hof gaat hierin grotendeels mee, en oordeelt dat door de rechtbank een bedrag van € 22.576,73 ten onrechte is toegewezen. Voor wat betreft dit bedrag vernietigt het hof het vonnis van de rechtbank, het overige wordt in stand gelaten.

Uit het besproken arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch blijkt eens te meer dat het voor een aannemer bijzonder lastig is aansprakelijkheid voor graafschade te weerleggen in een procedure.

Conclusie

Uit het besproken arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch blijkt eens te meer dat het voor een aannemer bijzonder lastig is aansprakelijkheid voor graafschade te weerleggen in een procedure. De grondroerder heeft een grote verantwoordelijkheid en moet in het geval van schade veelal de consequenties hiervan dragen. Ook onder het maaiveld blijkt een ongeval dus in een klein hoekje te zitten.

1 Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 4 augustus 2015, ECLI:Nl:GHSHE:2015:2995
2 Er zou immers mechanisch worden gegraven: in dat geval is een melding vereist
3 Artikel 7:962 BW - subrogatie
4 Volgens Hamanz was dit gebruikelijk, ook voor inwerkingtreding van de WION

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises