Cobie Voorberg

3

Vorige week kreeg ik een groot compliment van een cliënte. “Zo fijn dat je alles in begrijpelijke taal uitlegt”, gaf ze aan. Ze zit midden in een scheidingstraject. Dat is heftig en ingewikkeld.

Mijn rol als advocaat is soms die van een soort tolk. Ik probeer altijd om mijn cliënten in normale taal uitleg te geven over hun rechten en plichten rond een echtscheiding. Ik vertaal ingewikkeld juridisch taalgebruik naar taal die voor iedereen begrijpelijk is. Een echtscheidingsbeschikking of een convenant staat bol van juridische termen. Maar zo’n tekst gaat wel over allerlei kwesties die mensen persoonlijk aangaan, en waar ze lang niet altijd de strekking van begrijpen. Die strekking uitleggen, geeft steun en zo worden ze echt meegenomen in het proces.

Het compliment was dan ook een bevestiging: dit wordt echt gewaardeerd. Mensen in een crisissituatie, middenin een emotionele rollercoaster, hebben geen behoefte aan juridisch jargon of wollig taalgebruik. Dat is niet te volgen en maakt zaken onnodig ingewikkeld.

Brief kinderrechter aan minderjarig kind

Als dat al geldt voor volwassenen, geldt het zeker voor kinderen. Ik vond het dan ook positief om te lezen over een recent gepubliceerde uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 7 december 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:7515. In deze uitspraak is een brief van de kinderrechter aan een minderjarig kind opgenomen. De brief is in jip-en-janneke taal geschreven en bevat uitleg over de beslissing van de rechter.

De zaak gaat om een 13-jarige jongen die veel ingrijpende dingen heeft meegemaakt, waaronder de scheiding van zijn ouders, zijn uithuisplaatsing, contactbreuk met moeder en er is sprake van ADHD en PDD-NOS. De jongen woont in een gezinshuis. De vraag die voorligt is of het ouderlijk gezag van beide ouders moet worden beëindigd. De rechtbank komt tot de conclusie dat het gezag van moeder wordt beëindigd. Het gezag van vader blijft in stand. De kinderrechter informeerde jongen over de beslissing met de volgende brief:

“Beste [minderjarige] ,

(…) Waarom hebben we beslist dat jouw moeder geen gezag heeft en jouw vader wel?

We hebben goed nagedacht over wat jij mij hebt verteld en wat in de zittingszaal op 9 november 2023 door jouw ouders, de gezinsvoogden en de Raad voor de Kinderbescherming is verteld.

Omdat jij niet meer bij je moeder gaat wonen en jij al heel lang geen contact meer hebt met jouw moeder, is het voor jouw moeder moeilijk om mee te beslissen over jou. Daarom vinden wij het beter als jouw moeder geen gezag meer heeft over jou.

Je gaat niet wonen bij je vader. Jouw vader is voor jou heel vertrouwd. Jullie willen allebei dat je vader meedenkt en meebeslist over jou. Dit voelt voor jou het meest vertrouwd en veilig. Wij vinden jouw gevoel hierover heel belangrijk. We willen niet dat je extra onrust en onzekerheid voelt. Daarom vinden wij dat jouw vader zijn gezag over jou moet houden. Wij vinden het wel heel belangrijk dat jouw vader goed blijft samenwerken met de gezinsvoogden. De gezinsvoogden denken namelijk ook heel goed na over wat voor jou het beste is en zij kunnen jouw vader goed helpen met het nemen van de belangrijke beslissingen over jou.

Hoe gaat het nu verder?

Je blijft wonen in het gezinshuis. Je vader zal samen met de gezinsvoogden de beslissingen over jou blijven nemen. Jouw moeder zal niet meer meebeslissen.

Elk jaar zal de ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing moeten worden verlengd. In de wet staat namelijk dat een rechter elk jaar toestemming moet geven voor de hulp van een gezinsvoogd en voor het wonen van een kind in een gezinshuis. Je krijgt daarom elk jaar een uitnodiging om jouw mening hierover aan de kinderrechter te vertellen.

Moet je steeds op gesprek bij de rechter?

Je hoeft niet verplicht op gesprek bij de rechter.

Ik heb je uitgelegd dat in de jaarlijkse uitnodigingsbrief van de rechtbank ook een e-mailadres staat. Je mag ervoor kiezen om de kinderrechter een e-mail te sturen met jouw mening. Je kan ook een e-mail sturen waarin je vertelt dat je niets wil zeggen en dat je niet komt. Je mag ook ervoor kiezen om wel op gesprek te komen. Alles wat je kiest is goed. (…)”

Gericht op de burger

Voor mij vormt deze brief een prachtig voorbeeld: zo kan het dus ook! Het zou helemaal niet gek zijn als beschikkingen van rechtbanken nog meer gericht op de burger in kwestie zouden worden geschreven. Ik ben hiervan een groot voorstander. Uiteindelijk is het doel dat mensen de beslissing begrijpen en naleven en dat hierover geen onduidelijkheid ontstaat.

Rechters en advocaten zijn veel met taal bezig. Soms ontkom je niet aan juridische vaktermen. Maar heel vaak is het mogelijk om je aan te passen aan je publiek. En als je veel met taal bezig bent, is dat een fluitje van een cent.

Nieuwsgierig naar de hele uitspraak? Die is te lezen via deze link:

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBMNE:2023:7515

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises