Op 1 april 2017 is de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer in gegaan waardoor de directeur groot aandeelhouder (dga) met pensioen in eigen beheer een aantal keuzes heeft. Het is voor financieel adviseurs van groot belang om de consequenties van de verschillende opties goed in beeld te hebben, ook wanneer er geen sprake is van een echtscheiding. Naast de fiscale gevolgen van de verschillende opties, moet bij de keus ook goed worden gekeken naar de rechten en plichten tussen de dga en zijn/haar partner. In deze bijdrage ga ik in op de situatie van gehuwden. De volgende keer zal ik de situatie van ex-echtgenoten, die al voor deze wet gescheiden zijn, nader onder de loep nemen.

Wet verevening pensioenrechten

Pensioen in eigen beheer valt onder de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (WVPS) waardoor de partner van de dga bij (echt)scheiding in beginsel recht heeft op de tijdens het huwelijk opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen en het opgebouwde nabestaandenpensioen. De aanspraken van de partner worden niet bepaald door de voorziening die in de vennootschap is gevormd voor deze toekomstige verplichting, maar de werkelijke waarde van deze aanspraken op basis van de ten tijde van de scheiding opgebouwde aanspraken. Deze commerciële waarde is doorgaans veel hoger dan het bedrag dat is gereserveerd.

Afkoop/ODV

Een afkoop van de pensioenaanspraken of de omvorming van het pensioen naar een oudedagverplichting (ODV) heeft gevolgen voor de onderlinge aanspraken. Een voorbeeld ter illustratie:

Een dga heeft (alleen) tijdens het huwelijk (alleen) ouderdomspensioen opgebouwd in eigen beheer. De op fiscale grondslagen berekende voorziening op de balans bedraagt 200 en uit een vergelijking van verschillende offertes van verzekeringsmaatschappijen blijkt dat de volledige afstorting van de pensioenaanspraken 600 kost.

Als de dga de opgebouwde aanspraken niet afkoopt of aanpast, heeft de partner bij scheiding recht op de helft van de opgebouwde aanspraken en kan deze in beginsel bij de vennootschap afstorting van zijn/haar deel van de aanspraken eisen. De afstorting bedraagt dan 300.

Als de dga de opgebouwde aanspraken omvormt naar een oudedagverplichting (ODV), daalt de waarde van de aanspraken van de partner met 200 naar 100.

Als het pensioen wordt afgekocht, verdwijnen de aanspraken van de partner volledig.

Afhankelijk van de huwelijkse voorwaarden wordt een deel van het verlies aan aanspraken van de vrouw gecompenseerd door een hogere aanspraak in het kader van de vermogensafwikkeling. Als naast ouderdomspensioen ook nabestaandenpensioen is opgebouwd, is deze compensatie vrijwel nooit gelijk aan het verlies aan pensioenaanspraken.

Betrek partner bij de wijzigingen

Een dergelijke ingrijpende wijziging van de mogelijke aanspraken bij echtscheiding moet zorgvuldig plaatsvinden. Dit betekent dat de partner moet worden geïnformeerd over de financiële gevolgen van de aanpassing van de pensioenregeling. Hierbij spelen twee punten:

Het moet voor de partner duidelijk zijn wat de gevolgen zijn van een aanpassing van de pensioenregeling. Een beschrijving is daarbij niet voldoende: de partner moet worden voorgerekend wat de gevolgen zijn van de instemming met een wijziging;
Er dient een compensatie te komen voor het eventuele verlies aan aanspraken.

Deze voorwaarden worden weliswaar niet in het (fiscale) wetgevingsproces genoemd, maar vloeien voort uit het familierecht en de verhoudingen die de partijen op grond daarvan met elkaar hebben. In het verleden is een aanpassing van huwelijkse voorwaarden door de Hoge Raad bijvoorbeeld vernietigd omdat aan de echtgenote van de dga ondanks de betrokkenheid van een notaris en verschillende adviesgesprekken geen inzicht was gegeven in de financiële gevolgen.

Als een getrouwde dga op dit moment de pensioenaanspraken aanpast en in de toekomst gaat scheiden, zal een onzorgvuldig proces op dit moment potentieel leiden tot grote discussies en lange procedures.

Gebruik dit moment om te informeren en te adviseren

Naast een risico biedt de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer ook een kans. Een aanpassing van één element van de onderlinge rechten en plichten kan immers worden aangegrepen om de bestaande verhoudingen integraal te analyseren en hierover te adviseren. In onze ervaring zijn veel mensen niet op de hoogte van de gevolgen van hun huwelijkse voorwaarden en is de situatie vaak zeer verschillend ten opzichte van de situatie op het moment waarop de huwelijkse voorwaarden zijn aangegaan.

Door betrokkenen hierover te informeren en te adviseren over eventuele aanpassingen kunnen toekomstige verrassingen (en wellicht ook een onnodig hoge aanslag erfbelasting) worden voorkomen.

Mr. Frank van den Barselaar is fiscalist en gespecialiseerd in echtscheidingsvraagstukken.BVD advocaten werkt regelmatig met hem samen in complexe fiscale vraagstukken rondom echtscheiding.

Deel dit artikel