Cornelis Klepper

Het leek erop dat de NFC een wettelijke verankering zou krijgen. Het wetsvoorstel daartoe kreeg echter veel kritiek te verduren. Vervolgens was onzeker of er wetgeving over de verhouding tussen franchisegever en –nemer zou komen. Recent heeft staatssecretaris Mona Keijzer duidelijkheid gegeven in een Kamerbrief: het kabinet bereidt een nieuwe wettelijke regeling voor.

Mona Keijzer: “Goede en evenwichtige afspraken tussen franchisegevers en franchisenemers zijn in het belang van de sector zelf en de Nederlandse economie. Op basis van gesprekken met de sector stel ik nu samen met de minister voor Rechtsbescherming (Sander Dekker, CTK) een nieuw wetsvoorstel op. Hierdoor worden de belangen van de franchisegever en die van de (aspirant-) franchisenemer onderling meer in balans gebracht. Ik streef er naar het concept in het najaar in consultatie te laten gaan.”

De wettelijke regeling zal gefocust zijn op vier deelgebieden:

  • Precontractuele uitwisseling van informatie;

  • Tussentijdse wijziging van een lopende franchiseovereenkomst;

  • Het overlegmodel tussen franchisegever en franchisenemers;

  • Beëindiging van de franchisesamenwerking.

Het doel van de wetgeving is eenvoudig: bescherming bieden aan franchisenemers door meer evenwichtige afspraken voor te schrijven. In de Kamerbrief van 23 mei 2018 laat Keijzer weten dat ze streeft naar een effectieve bescherming van de franchisenemers zonder dat al te veel inbreuk wordt gemaakt op de contractvrijheid van partijen. Tevens wordt met zoveel woorden gezegd dat niet zal worden aangehaakt bij een gedragscode. De staatssecretaris doelt daarmee op de Nederlandse Franchise Code. 

Keijzer verwacht dit najaar met een wetsvoorstel te komen. Vervolgens zal opnieuw consulatie plaatsvinden. Intussen volgen wij de ontwikkelingen op de voet.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises