Anje Slootweg

De Kinderombudsvman was in haar evaluatie van de uitvoering van de Jeugdwet erg duidelijk: ‘drie jaar na de invoering van de Jeugdwet krijgt nog niet ieder kind de zorg die het nodig heeft en verdient’. Dat de doelen van de Jeugdwet niet worden behaald komt volgens de Kinderombudsvrouw onder meer door de hoge werkdruk die door jeugdhulpverleners wordt ervaren. Ook uit de tussenevaluatie van de Jeugdwet in 2018 blijkt dat jeugdhulpverleners het idee hebben dat de Jeugdwet er juist voor heeft gezorgd dat de werkdruk hoger is geworden. Zij geven aan niet te kunnen voldoen aan de verplichtingen die voor hen uit de Jeugdwet volgen. Wat zijn die verplichtingen dan? Die zijn met name in het Uitvoeringsbesluit Jeugdwet heel concreet ingevuld. In deze blog enkele relevante highlights uit dit besluit.

Binnen vijf dagen een eigen gezinsvoogd

Eén van de problemen die in de tussenevaluatie van de jeugdhulpverleners naar voren kwam is dat GI’s te kampen hebben met lange wachtlijsten. Desondanks volgt uit artikel 4.2.2. van het Uitvoeringsbesluit Jeugdwet dat de GI binnen vijf werkdagen nadat zij belast is met de uitvoering van de ondertoezichtstelling en hiervan in kennis is gesteld, een gezinsvoogdijwerker moet aanwijzen. Daarnaast dient ook het eerste contact tussen de gezinsvoogdijwerker en de minderjarige en diens ouder of voogd te hebben plaatsgevonden.

Rechter heeft geen boodschap aan wachtlijsten

Uit een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 17 december 2018 blijkt dat GI’s er door de rechter daadwerkelijk op worden aangesproken als zij niet voldoen aan deze verplichting. In deze zaak werd een ondertoezichtstelling uitgesproken over twee minderjarige kinderen waarbij er, volgens zowel de Raad voor de Kinderbescherming als de GI, sprake was van een instabiele opvoedsituatie. Hierbij wordt door de GI nog wel de kanttekening gemaakt dat een ondertoezichtstelling wenselijk is, maar dat het niet bekend is wanneer er een vaste voogdijwerker aan het gezin kan worden toegewezen. Dit kan worden toegerekend aan het feit dat er binnen de GI een wachtlijst bestaat. De rechter spreekt de ondertoezichtstelling uit en gaat voorbij aan deze kanttekening. De rechter wijst de GI erop dat zij op grond van het Uitvoeringsbesluit Jeugdwet verplicht is om binnen vijf werkdagen een gezinsvoogdijwerker aan te wijzen. Het is daarom van belang dat dit alsnog zo spoedig mogelijk gebeurt.

Plan van aanpak belangrijk

Artikel 4.1.3. van de Jeugdwet zelf bepaalt dat GI’s tijdens de hulpverlening een plan van aanpak moeten opstellen dat is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige of ouder. Artikel 4.2.4. van het Uitvoeringsbesluit Jeugdwet vult nader in dat het voor deze afstemming nodig is dat het plan van aanpak zo vaak als noodzakelijk is en tenminste eens per jaar wordt geëvalueerd en indien nodig wordt bijgesteld. Ook in de rechtspraak worden GI’s keer op keer gewezen op het belang van een plan van aanpak dat helder, volledig en ‘up-to-date’ is. Een voorbeeld hiervan is terug te vinden in een uitspraak van 16 oktober 2018 van het Gerechtshof Amsterdam. Het Hof oordeelt dat de problematiek van de betreffende minderjarige vereist dat er een helder plan van aanpak komt dat ook aansluit op de huidige thuissituatie. Tot nu toe is de GI hier nog in tekort geschoten en het hof benadrukt dat er van de instelling ter zake meer voortvarendheid kan worden verwacht.

Theorie en praktijk lopen uiteen

Door hulpverleners wordt aangegeven dat zij een te hoge werkdruk ervaren. Dat geldt ook voor gezinsvoogden. Het lijkt erop dat de jeugdwet hier geen verandering in heeft gebracht en het probleem wellicht juist heeft vergroot. Uit een aantal praktijkvoorbeelden blijkt dat GI’s daadwerkelijk worden gehouden aan de verplichtingen die uit het Uitvoeringsbesluit Jeugdwet volgen. Of het realistisch is om te vereisen dat een GI hier aan voldoet lijkt hierbij aan de kant te worden gezet. Over één ding zijn zowel de wetgever, de rechter en de GI’s het eens: hulpbehoevende kinderen en minderjarigen moeten tijdig passende hulp kunnen krijgen. Hoe hier in de praktijk een reële invulling aan gegeven kan worden, blijft echter nog even in het midden.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises