Al langere tijd staat er druk van de zorgkantoren op zorgaanbieders om zorg te extramuraliseren. Daar komt nu de omslag van AWBZ naar Wlz bij. Dit vereist van zorgaanbieders een afbouw van de intramurale capaciteit en vergt daardoor een omschakeling in de manier waarop de zorg wordt geleverd. Die omslag wordt nog versterkt door de groeiende rol van de lokale gemeente en de bekende decentralisaties.

Het gebeurt nog weleens dat een zorgkantoor of gemeente daarom overleg organiseert met zorgaanbieders, waarbij gezamenlijk wordt besproken op welke wijze de transities het beste kunnen worden uitgevoerd. Wanneer u daaraan deelneemt, is het van belang ervoor te waken dat dergelijk overleg geen schending van het mededingingsrecht oplevert. De Autoriteit Consument & Markt kan dan immers boetes opleggen en heeft ook al gewaarschuwd voor deze praktijken.

Artikel 6 van de Mededingingswet verbiedt immers ondernemers (en zorgaanbieders worden daartoe gerekend) om hun onderlinge gedrag zo af te stemmen, dat de mededinging erdoor wordt gehinderd. Onderlinge afspraken, al dan niet onder druk van zorgkantoor of gemeente, waarbij de ene zorgaanbieder aan de andere bijvoorbeeld toezegt de productie op een bepaalde locatie te verkleinen, zullen normaal gesproken een schending opleveren van dit artikel. Er zijn bijvoorbeeld gevallen bekend waarin druk werd uitgeoefend op zorgaanbieders om de zorg te ‘regionaliseren’ of tot bepaalde wijken te beperken, om te voorkomen dat in een enkele straat meerdere zorgaanbieders aan huis komen. Dat zou niet doelmatig zijn. Dergelijke afspraken zijn problematisch, omdat zij al snel neerkomen op het verdelen van de markt.

Ook het delen van informatie kan al strijd met het mededingingsrecht opleveren.

Daar komt bij dat niet alleen een daadwerkelijke afspraak, maar ook het delen van informatie al strijd met het mededingingsrecht kan opleveren. Ook het delen van informatie kan immers worden gezien als het afstemmen van gedrag, waardoor de mededinging wordt gehinderd. Dat maakt inhoudelijk overleg tussen zorgaanbieders riskant, ook als het wordt georganiseerd door zorgkantoor of gemeente. Zolang het overleg zich beperkt tot algemene bespiegelingen, of tot het bespreken van publiekelijk toegankelijke gegevens, zal er niet snel iets aan de hand zijn. Wanneer het echter gaat om informatie die niet publiekelijk toegankelijk is, zoals bijvoorbeeld welke zorg men op langere termijn wil (blijven) aanbieden of hoeveel omzet op een specifieke locatie gerealiseerd wordt, zal sprake zijn van concurrentiegevoelige informatie en dus van vermoedelijke strijd met de Mededingingswet. De ACM heeft de zorgkantoren hier ook op gewezen. Toch komen uit de praktijk signalen dat zowel zorgkantoren als gemeenten de grenzen soms opzoeken. Van sommige gemeenten is zelfs bekend dat in de subsidie- of aanbestedingsprocedures vereisten zijn opgenomen, die hoogstwaarschijnlijk strijd met de Mededingingswet opleveren indien de zorgaanbieders eraan tegemoet komen. Ook is bekend dat zorgkantoren soms, al dan niet in de marge van de inkoopprocedure, besprekingen beleggen die de grens van het toelaatbare opzoeken.

Er zijn wel omstandigheden waarin coördinatie mogelijk is. Dat is bijvoorbeeld zo als bevordering van de kwaliteit onderlinge afstemming noodzakelijk maakt. Hier moet echter niet te licht over worden gedacht. Niet alleen ligt de bewijslast hiervoor bij de zorgaanbieders, de ACM heeft al uitdrukkelijk aangegeven dat zij in beginsel niet aanvaardt dat afstemming tussen zorgaanbieders noodzakelijk zou zijn voor de transitie van AWBZ naar Wlz. Dat betekent dat het uitwisselen van gevoelige informatie in het kader van overleg, al dan niet georganiseerd door zorgkantoor of gemeente, een riskante aangelegenheid is. Wanneer u deelneemt aan dergelijk overleg, is het dus aan te raden kort te sluiten met een terzake kundige jurist.

Deel dit artikel

Expertises