Al geruime tijd speelt discussie over de gemeentelijke bekostiging van het leerlingenvervoer, in het bijzonder waar het gaat om leerlingen die om godsdienstige redenen dichterbij gelegen scholen passeren. Deze leerlingen reizen soms aanzienlijke afstanden om een school van de gewenste signatuur te kunnen bereiken. De Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft meer dan eens zorgen geuit over de kosten van dit “signatuurvervoer”. Vorig jaar hebben D66 en SP zelfs een motie ingediend om de bekostiging daarvan te beëindigen. Hoewel die motie het niet haalde, is de discussie daarmee zeker niet beslecht.

In de laatste jaren is deze discussie namelijk in ander vaarwater gekomen doordat in de breedte van het onderwijs sprake is van dalende leerlingaantallen. De krimp is niet in alle regio’s even voelbaar, maar heeft zich inmiddels al wel doorgezet van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Gevolg van het dalende aantal leerlingen is dat een aanzienlijk aantal scholen in het voortbestaan wordt bedreigd en eigenlijk alleen kan blijven bestaan door fusies en samenwerkingsverbanden. Deze ontwikkeling leidt vanzelfsprekend tot een afname van zowel het aantal scholen als van de diversiteit in het onderwijsaanbod. Het wordt daardoor waarschijnlijker dat een door de ouders gewenste school op grotere afstand ligt.

Al in 2013 heeft de staatssecretaris een brief naar de Kamer gezonden, waarin hij deze ontwikkelingen betrok op de discussie over het leerlingenvervoer. Uitdrukkelijk geeft hij daarin aan dat hij “geen definitieve stappen” wil zetten met betrekking tot het leerlingenvervoer voordat de gevolgen van de krimp verder zijn uitgekristalliseerd. Pas daarna is het wijs “te onderzoeken welke vervoersarrangementen passen bij het dan ontstane aanbod van scholen”.

Sindsdien is alweer enige tijd verstreken en de gevolgen van de krimp tekenen zich duidelijker af. De staatssecretaris heeft dan ook toegezegd om voor de zomer van dit jaar enkele mogelijke scenario’s te presenteren. Te vrezen valt dat deze voorstellen niet zozeer de keuzevrijheid van ouders zullen versterken als wel zullen dienen om het aantal te vervoeren leerlingen te beperken.

Enerzijds ontstaat daardoor grotere druk om de bekostiging van het leerlingenvervoer te behouden omwille van de toegankelijkheid van het onderwijs, anderzijds zal er een groeiende motivatie zijn om de kosten daarvan in de hand te houden.

De krimp maakt het immers aannemelijk dat een groter percentage ouders behoefte zal hebben aan bekostigd leerlingenvervoer. Enerzijds ontstaat daardoor grotere druk om de bekostiging van het leerlingenvervoer te behouden omwille van de toegankelijkheid van het onderwijs, anderzijds zal er een groeiende motivatie zijn om de kosten daarvan in de hand te houden. Hoe dit krachtenveld ook zal uitpakken, het is te hopen dat de staatssecretaris ook in een gewijzigde regeling voldoende gewicht zal toekennen aan levensbeschouwelijke overwegingen; levensbeschouwing en onderwijs zijn immers innig verbonden. We wachten de voorstellen af, en houden ondertussen nieuwe ontwikkelingen goed in de gaten!

Deel dit artikel

Expertises