Anje Slootweg

Als hulpverlener betrokken bij echtscheidingen, heb je regelmatig cliënten die zich grote zorgen maken. Hoe ziet het leven er over een jaar uit? De eerste zorg, naast het eigen rouwproces, is vaak hoe het met de kinderen moet. Maar ook de vraag naar huisvesting kan heel veel stress en onzekerheid opleveren. Kan ik in deze woning blijven wonen met de kinderen? Daarom wordt in deze bijdrage basaal uiteengezet welke stappen gezet worden als het gaat om de vraag of een cliënt de eigen woning kan overnemen. Zodat u ook op dit vlak goed kunt volgen waar uw cliënt doorheen gaat.

Naar de hypotheekadviseur

In verreweg de meeste gevallen is sprake van een koopwoning. Vaak wordt dan als eerste een bezoek gebracht aan de hypotheekadviseur, met de vraag: kan ik de woning alleen aanhouden als mijn man of vrouw vertrekt? Graag maak ik met een voorbeeld duidelijk hoe een hypotheekadviseur dit berekent. Ik ga uit van een echtpaar: Erica en Sander. Erica werkt in de zorg en verdient € 30.000 bruto op jaarbasis. Zij wil de woning overnemen. De woning is € 225.000 waard en er rust een hypotheek op voor een schuld van € 145.000. Dat betekent dat in de woning een vermogen (overwaarde) aanwezig is van € 225.000 -/- € 145.000 = € 80.000. Als Erica de woning wil overnemen, moet zij niet alleen de huidige hypotheekschuld kunnen dragen, maar ook aan Sander zijn deel in de overwaarde ter hoogte van € 80.000 gedeeld door twee is € 40.000 uitbetalen. Als zij dat niet heeft, zal ze de hypotheek moeten verhogen van € 145.000 naar € 185.000.

Hoeveel lenen?

Erica kan ongeveer 4,5 keer haar jaarsalaris lenen bij de bank. Dat is gelijk aan een bedrag van
€ 135.000. Ze komt dus bij lange na niet aan de vereiste hypotheek van € 185.000. Betekent dit dat zij het blijven bewonen van de woning kan vergeten? Dat hoeft niet het geval te zijn. Soms spreken echtgenoten af dat zij de woning gedurende een bepaalde periode onverdeeld laten. De woning blijft dan ook op naam van Sander staan en hij blijft mede aansprakelijk voor de hypotheekschuld. Dat is echter voor Sander wel een belemmering als het gaat om het vinden van andere woonruimte. Omdat hij al een hypotheek van € 185.000 op zijn nek heeft, geeft de bank hem niet zomaar nog een extra hypotheek voor een woning die hij wil kopen. Hij zal al snel aangewezen zijn op het huren van een woning. Veel echtgenoten in de situatie van Sander zullen dan ook niet akkoord gaan met het onverdeeld laten van de woning.

Naar de rechter

Het enige dat Erica dan nog kan proberen, is de gang naar de rechter. In december 2017 heeft het Gerechtshof Arnhem over een vergelijkbare situatie een oordeel geveld.  Het betreft hier de spiegelbeeldige situatie: de man wil in de woning blijven wonen, de vrouw vindt dat deze verkocht moet worden. De man voert de volgende argumenten aan om verkoop van de woning uit te stellen:

  1. Hij staat al 1,5 jaar geregistreerd als woningzoekende, maar is vanwege die wachtlijst (momenteel 5 jaar) nog niet in aanmerking gekomen voor een huurwoning. Hij vreest dus, samen met zijn 16 jaar oude dochter, op straat te komen te staan.

  2. Hij zal alle lasten van de woning correct voldoen, zodat de vrouw geen last zal hebben van partijen die bij haar voor betaling aankloppen.

  3. De hypotheeklasten zijn zeer laag, veel lager dan een huur in de plaats waar de man woont, hetgeen hem ruimte geeft om extra af te lossen op huwelijkse schulden.

Het enige dat de vrouw stelt, als het over haar belangen gaat, is dat zij financieel wil loskomen van de man. Zij stelt dus niet dat zij een woning wil kopen of dat er andere omstandigheden zijn die maken dat zij zo snel mogelijk van de gezamenlijke woning af moet.

Het Gerechtshof maakt een belangenafweging en stelt dat de man in het gelijk. Hij heeft voldoende gesteld om zijn belangen bij uitstel van verkoop van de woning groter te achten dan het belang van de vrouw bij verkoop. De verkoop van de woning wordt uitgesteld tot de dochter 18 jaar oud is, in dit geval tot 15 april 2019.

Reële optie?

In dit geval is het de man gelukt om uitstel van verkoop voor elkaar te krijgen bij de rechter. Daarbij zal echter een belangrijke rol hebben gespeeld dat de vrouw geen best verweer voerde (alleen maar de wens om emotioneel ‘los’ te zijn van de man). Ook zal een rol hebben gespeeld dat de man niet te veel vraagt. Hij beperkt zijn verzoek tot een periode van een krappe 1,5 jaar. Die einddatum zal het voor het Gerechtshof gemakkelijker hebben gemaakt om zijn verzoek toe te wijzen.

Deze blog is geschreven voor de kwartaalnieuwsbrief 'Echtscheiding & Hulpverleners'. Anje Slootweg is advocaat familierecht en mediator. Ze treedt veelvuldig op bij echtscheiding. Ook deze nieuwsbrief ontvangen? Meld u aan

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises