Erhard Koekoek

Bent u een nieuwsverslinder? Dan heeft u in de media vast wel iets meegekregen over de pakjesbezorgers van PostNL. Tientallen pakjesbezorgers bezorgden op basis van een vervoersovereenkomst met PostNL pakjes. PostNL heeft in 2015 de vervoersovereenkomsten met een deel van deze pakjesbezorgers eenzijdig opgezegd. Daarop hebben diverse pakjesbezorgers een procedure gestart om van de rechter duidelijkheid te krijgen over de volgende vraag: ben ik als pakjesbezorger een werknemer van PostNL of toch een ZZP’er? Het antwoord op deze vraag is onder meer van belang omdat een arbeidsovereenkomst ontslagbescherming met zich meebrengt. Als de rechter zou oordelen dat de pakjesbezorger dus werknemer in plaats van ZZP’er is, zou de opzegging vernietigd moeten worden en het loon doorbetaald.

Detail kunnen het verschil maken

Inmiddels hebben diverse rechtbanken uitspraak gedaan. Deze zijn per geval verschillend. In sommige zaken kwam de rechtbank tot het oordeel dat sprake was van zelfstandig ondernemerschap; in andere zaken werd de pakjesbezorger wel als werknemer van PostNL gezien. Inmiddels hebben ook de gerechtshoven te Arnhem en Amsterdam zich over deze kwestie uitgelaten en zij kwamen tot de conclusie dat de pakjesbezorgers ZZP’ers zijn. Het gaat in al deze zaken om de details die het verschil kunnen maken.

Oog voor de bedoeling van partijen

De gerechtshoven kijken ten eerste naar dat wat PostNL en de pakjesbezorger voor ogen stond bij het aangaan van de vervoersovereenkomst. Daarvoor wordt met name gekeken naar de tekst van de vervoersovereenkomst. Daarin stond onder meer dat PostNL en de pakjesbezorger niet de intentie hadden een arbeidsovereenkomst aan te gaan. Ook was de pakjesbezorger verplicht om zorg te dragen voor vervanging in geval van verhindering. Verder betaalde PostNL een vergoeding per succesvolle rit en een producttoeslag per afgeleverde rit. Deze manier van honorering wijst op een zeker ondernemersrisico. Kortom, de details van de vervoersovereenkomst wezen op de bedoeling om een overeenkomst van opdracht aan te gaan. Maar dan zijn we er nog niet.

Uitvoering in de praktijk

De gerechtshoven letten ook op de manier waarop PostNL en de pakjesbezorger de vervoersovereenkomst in de praktijk uitvoeren. Ook daaruit moet immers het zelfstandig ondernemerschap voortvloeien. Van belang was dat de pakjesbezorger zelf had bepaald op welke wijze hij de bus zou aanschaffen en financieren. Het nemen van een dergelijk investeringsrisico wijst eerder op zelfstandig ondernemerschap dan op werknemerschap. Ook had de pakjesbezorger zich in de praktijk daadwerkelijk bij verhindering laten vervangen door een ander.

Interessant is verder nog dat de werkvoorschriften van PostNL over de afmeting van de bus, het dragen van bedrijfskleding en het bezit van een scanner volgens het gerechtshof vielen onder de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever. Dit wijst op zelfstandig ondernemerschap. Dit terwijl rechtbanken eerder hadden geoordeeld dat dergelijke voorschriften juist wezen op instructiebevoegdheid van de werkgever en dus op werknemerschap.

Dunne scheidslijn tussen wel of geen ZZP'er-zijn

De scheidslijn tussen het zijn van ZZP’er of werknemer is dun. Heel dun. De PostNL-zaken leren dat in de rechtspraak heel erg goed wordt gekeken naar datgene wat de ZZP’er en diens opdrachtgever expliciet schriftelijk hebben afgesproken. Zorg dus dat uw afspraken helder vastliggen. Een juridische toets is daarbij geen overbodige luxe.  

De column is ook geplaatst in de Barneveldse Krant, in de rubriek Recht om de hoek.

 

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises