Een huisdier zoals een hond kan veel voor mensen betekenen. Bij een echtscheiding worden de spullen die van beide (ex-)echtgenoten zijn tussen hen verdeeld. Dat is vaak al een hele klus. Maar wat als er een hond of ander huisdier is die evenveel voor de man en de vrouw betekent als een echt familielid? Naar wie gaat het dier dan? 

Een hond als roerende zaak

Het klinkt een beetje raar als een hond jouw beste maatje is, maar voor de wet is een huisdier een roerende zaak (een object). Juridisch gezien behoort een huisdier daarom tot de inboedel. Als de (ex)echtgenoten zijn getrouwd in gemeenschap van goederen of wanneer zij in de huwelijkse voorwaarden niets over de eigendom van de hond hebben opgenomen, valt een hond dus onder de bezittingen die bij een echtscheiding tussen de (ex-)echtgenoten moeten worden verdeeld. Het lukt in zo’n geval niet altijd om de knoop door te hakken en samen te bepalen voor wie de hond is. Ook uit de rechtspraak blijkt dat dit niet altijd lukt. Aan de rechter wordt soms gevraagd om een omgangsregeling voor de hond vast te stellen, net zoals dat voor de omgang met kinderen kan. Dan zou vastgelegd kunnen worden wanneer de hond bij wie is. Het is inmiddels duidelijk dat rechters daar niet in mee gaan. Ook al is een hond een levend wezen, een omgangsregeling kan niet worden vastgesteld voor dieren.

Een omgangsregeling in het echtscheidingsconvenant

Nu is er nog wel een andere oplossing in de situatie dat (ex-)echtgenoten maar niet kunnen beslissen wie er voor de hond gaat zorgen. Alhoewel een rechter geen omgangsregeling voor de hond zal vaststellen, kunnen de (ex-)echtgenoten wel zelf een omgangsregeling op papier zetten. Een omgangsregeling met een hond kan worden opgenomen in het echtscheidingsconvenant. Dat is een document waarin alle afspraken over de echtscheiding staan. Als de (ex-)echtgenoten het over die afspraken eens zijn, zetten ze hun handtekening op het echtscheidingsconvenant. Als het nodig is, kan je elkaar daarna dus wijzen op de omgangsregeling voor de hond die met elkaar overeengekomen is.

Ook al is een hond een levend wezen, een omgangsregeling kan niet worden vastgesteld voor dieren.

Twee alternatieven

En als het de (ex-)echtgenoten ook niet lukt om zelf een omgangsregeling voor de hond op papier te zetten? In die situatie resteren er twee oplossingen.

Ten eerste kan bij de rechter een verzoek tot boedelverdeling worden ingediend. Zoals gezegd, valt de hond ook onder de inboedel. Door het indienen van een verzoek tot boedelverdeling beslist een ander, de rechter, aan wie de hond wordt toebedeeld.

Ten tweede kan ervoor worden gekozen dat de hond onverdeeld blijft. Als goederen onverdeeld blijven, zijn de (ex-)echtgenoten daarvan na de scheiding nog steeds gezamenlijk eigenaar. In het geval van een hond blijven de echtgenoten dus gezamenlijk eigenaar van het dier. Als er in die situatie conflicten ontstaan over bijvoorbeeld de verzorging of het verblijf van de hond, kan aan de rechtbank worden gevraagd om een beheersregeling te treffen. Dat is een regeling voor het gebruik en beheer van goederen.

Praktijkvoorbeeld: ex vraagt om 'beheersregeling'

Uit een zaak die het afgelopen jaar aan de rechtbank voorlag, blijkt waar de rechtbank bij het vaststellen van zo’n regeling rekening mee houdt als het gaat om een hond. In deze zaak werd door de rechtbank Limburg een voorlopige beheersregeling getroffen (een voorlopige beslissing dus). De man en de vrouw in deze zaak hebben na acht jaar een punt gezet achter hun relatie en zijn gezamenlijk eigenaar van een Franse Bulldog. Vanaf het moment dat de relatie is beëindigd, verblijft de hond bij de man. De vrouw vordert dat de hond voor dezelfde periode als de hond bij de man is, nu bij haar zal verblijven. Juridisch gezien vordert de vrouw daarmee een beheersregeling. Voor de vraag of deze beheersregeling moet worden toegewezen, moet de rechtbank volgens de wet rekening houden met de belangen van partijen en met het algemeen belang. In het maken van een afweging tussen deze belangen heeft de rechtbank veel vrijheid.

In deze zaak vindt de rechtbank echter dat ook rekening moet worden gehouden met iets waar de man en de vrouw niets over hebben gezegd: het belang van de hond. Om te bepalen wat het belang van de hond is, gaat de rechtbank in op het karakter en de eigenschappen van de Franse Bulldog. Zo heeft de hond het nodig dat zijn baasje duidelijke regels hanteert. Zowel de vrouw als de man is geschikt om op een goede manier voor de Franse Bulldog te zorgen. De rechtbank treft daarom een voorlopige beheersregeling met als inhoud dat de hond de ene week bij de vrouw verblijft en de andere week bij de man. 

Slot: afweging tussen eigen belang en 'dierenbelang'

Uiteraard zijn er ook veel gevallen waarin bij echtscheiding in goed onderling overleg tot een afspraak over de hond wordt gekomen. Mocht u samen met uw (ex-)echtgenoot een regeling willen treffen voor de verzorging en het verblijf van de hond, dan leert de rechtbank Limburg in ieder geval het belang van het dier zelf daarbij niet uit het oog te verliezen!

Deze column is ook geplaatst in de Barneveldse Krant

Deel dit artikel

Expertises